Geringe operatierisico’s
Geringe operatierisico’s bij een endoscopische hernia verwijdering
De kans op complicaties is bij een ingreep door Iprenburg Herniakliniek zeer gering. Maar zoals bij iedere operatie zijn er ook bij deze ingreep risico’s.
- Soms verdwijnen de uitvalsverschijnselen (verlamming, gevoelsverlies) en de pijnklachten niet direct. Dit is meestal het gevolg van een zenuwwortel die een langere periode in de knel heeft gezeten. Deze klachten zijn vaak tijdelijk. Herstel van een zenuw hangt ook af van de leeftijd van een patiënt.
- Een ontsteking van de wond of van de tussenwervelruimte en nabloeding in het operatiegebied. Dit komt zelden voor.
- Een gaatje in de duraal zak (het vlies waarin het ruggenmerg ligt) waarlangs lekkage kan optreden. De kans hierop is zeer gering. Mocht dit onverhoopt toch optreden, dan moet de patiënt doorgaans ongeveer vijf tot zeven dagen thuis in bed blijven zodat het gaatje zich sluit. Na deze vijf tot zeven dagen kan pas worden gestart met het mobiliseren.
- De kans op een nieuwe hernia vanuit dezelfde tussenwervelruimte (discus) als gevolg van het doorgaan van degeneratie van de eiwitten in de kern van de tussenwervelschijf varieert in verschillende publicaties tussen 5 en 13,5 procent. Dit percentage verschilt niet met de meer gangbare operaties. Dit is gebleken uit een naonderzoek in 2013 (gepubliceerd in ‘Spine’) onder 18.590 patiënten gedurende vijf jaar. In een naonderzoek bij 1320, door Iprenburg Herniakliniek geopereerde PTED patiënten met een follow up van een tot zes jaar, was het percentage recidieven 8,4 procent
Zijn er risico’s verbonden aan deze ingreep?
Aan iedere operatie zijn risico´s verbonden; ook bij de PTED operatie. De kans hierop is wel zeer gering. De mogelijke risico’s zijn onder andere infectie, trombose, bloeding, motorisch en sensibel zenuwletsel en mogelijke lekkage van hersenvloeistof. Tevens bestaat er een kleine kans op een eventuele verslechtering van de pijnklachten in vergelijking met de uitgangssituatie en ook een hele kleine kans op littekenweefselvorming.